‘Mr. Integratiedebat’ Paul Scheffer is ook over de grens een veelgevraagd spreker. On the road met een ondeugende positivo. ‘Jezus, dit is natuurlijk veel te groot!’
door Boudewijn Geels
(gepubliceerd in HP/De Tijd, 13 maart 2009)
Ook bij het Amsterdamse Gerechtshof hebben ze er niets van begrepen. Terwijl de intercity de Belgische grens passeert, vist Paul Scheffer een notitieboekje en een leesbril uit zijn tas. Hij zoekt naar zijn aantekeningen over de oekaze van het Hof waarin staat dat Geert Wilders moet worden vervolgd wegens haatzaaien.
De publicist en wetenschapper, die tot dan toe op ontspannen wijze een soort minicollege had gegeven, klinkt plotseling oprecht verontwaardigd. “Hier heb ik het. Het hof verwijt Wilders, ik citeer, ‘eenzijdige, sterk generaliserende formuleringen met een radicale strekking’.” Scheffer kijkt op van zijn boekje. “Nou, zulke formuleringen komen we wel vaker tegen in de politiek, lijkt me. Heel veel onderdelen van de partijprogramma’s van de SP, GroenLinks, de ChristenUnie en de SGP kun je onder die noemer vatten.”
Hij leest verder. “Het hof stelt dat je best kritisch mag zijn, maar, komt-ie, ‘een uitzondering moet worden gemaakt voor beledigende uitspraken waarin een relatie met het nazisme wordt gelegd’.” (Wilders vergeleek de Koran met Mein Kampf, BG) Scheffer schudt verbijsterd het hoofd. “En al die antifascismecomités dan die van die vergelijking leven? Gaan we ook die verbieden? Hoe vaak ík al niet in een extreem-rechtse hoek ben geplaatst.”
Kern van de zaak volgens Scheffer: “Het gefulmineer tegen de islam van iemand als Wilders heeft een functie. Bied zo’n man weerwoord! Vecht het uit! Het conflict is een teken van integratie, niet van mislúkte integratie.”
Al honderden malen heeft hij zijn verhaal gehouden, maar het verrast hem altijd weer wat mensen er wel en niet uit oppikken. Neem de kopstukken van ‘zijn’ PvdA. Komend weekend verdedigen ze op het partijcongres in Utrecht hun integratienota. Het document is een gemiste kans, oordeelt Scheffer. “De essentie ontbreekt.”
Dat steekt hem des te meer omdat hij de opstellers vooraf nog uit de doeken had gedaan hoe hij tegen het onderwerp aankijkt. Toen zag hij iedereen nog instemmend knikken.
Scheffer verwacht niet dat de partij in Utrecht uit de impasse zal komen, maar ach, hij ziet wel wat er uitkomt. Hijzelf is dan op weg naar Gent voor een debat met de omstreden moslimfilosoof Tariq Ramadan. Veel leuker en bevredigender.
Het maken van de afspraak ging als volgt. De 54-jarige hoogleraar Grootstedelijke Problematiek: “Je wilt dus mee naar een debat in het buitenland? Mij best, keus genoeg. Volgende week maandag zit ik bijvoorbeeld in Genk en woensdag in Kortrijk. Is dat misschien iets?”
Wat gaat er precies gebeuren in Kortrijk?
“Geen idee. Wacht, ik zal het even googelen.”
Moet u googelen wat u in Kortrijk gaat doen?
“Ja. Ah, hier heb ik het. Ik ga, staat hier, een lezing geven over ‘De open samenleving en haar migranten’. De organisator is een onderwijsinstelling, KATHO.”
Klinkt prima. Kortrijk dus.
“Hm, wacht even, ik vind het leuk, maar als je dan toch mee wilt naar het buitenland dan is dit is misschien wel een beetje provinciaal. Twee weken geleden zat ik in Tel Aviv, dat was razend interessant. De 24ste moet ik naar Berlijn voor een debat met Grünen-voorzitter Cem Özdemir. Is dat niet veel leuker?”
Ayaan Hirsi Ali
De lijst van buitenlandse politieke partijen en organisaties die Scheffer uitnodigden, is lang en gevarieerd. Het bewijst dat de Amsterdammer net als Ayaan Hirsi Ali is uitgegroeid tot een internationale autoriteit. Zijn in 2007 verschenen boek Het land van aankomst, dat in Nederland aan zijn twaalfde druk (ruim 35.000 verkochte exemplaren) toe is, is inmiddels ook verschenen in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Engeland, VS, Denemarken en Polen zullen volgen.
Scheffer kent Hirsi Ali goed; begin dit millennium behoorden beiden tot de rechtervleugel van de PvdA. Hirsi Ali liep over naar de VVD. Scheffer bleef PvdA-lid, maar stemde bij de laatste parlementsverkiezingen op de steile protestant Piet Hein Donner van het CDA, zijns inziens een veel ‘echtere’ politicus dan de ‘gemaakte’ Wouter Bos.
Zowel Hirsi Ali als Scheffer schuwt de harde diagnose niet. Er is echter één belangrijk verschil: Hirsi Ali meent dat een intolerant geloof als de islam en een vrije, seculiere Westerse samenleving nooit kunnen samengaan. Scheffer veronderstelt dat dat uiteindelijk, als de kruitdampen zijn opgetrokken, wel degelijk mogelijk zal blijken.
Hij verkondigt, kortom, een boodschap van optimisme. Van hoop.
Schelmachtig
Vanavond zal hij dat doen in het Belgische Kortrijk. Scheffer reist zoals altijd per trein, eerste klasse. Hij heeft geen rijbewijs. In de trein kun je nog eens rustig een boek lezen en wegdommelen met Mozart en Duke Ellington op
Een uur geleden kwam hij aansloffen op spoor 13 van Amsterdam CS. Vale blauwe spijkerbroek, zwart colbertje, zwarte overjas. Een jongensachtige verschijning. Brede grijns: “Zo zo, dit lijkt wel een schoolreisje. Heeft iedereen zijn krentenbollen mee?”
Hij doet gemiddeld twee van dit soort ‘schoolreisjes’ per week. Zeshonderd euro toucheert hij vanavond. “Normaal krijg ik 750 tot duizend euro – onderwijsinstellingen zitten nooit zo ruim bij kas. Maar vaak genoeg vraag ik niks, zoals onlangs bij een Marokkaanse vereniging in Utrecht of in een kerk in Slotervaart.” Ook heeft de organisatie een hotel voor hem geregeld. Weer die grijns. “Hopelijk bestaat er in Kortrijk zoiets als een nachtleven.”
Het is een grapje, maar toch ook weer niet. Behalve een devoot wetenschapper die zo ongeveer een boek per dag consumeert, is Scheffer ook een bon vivant. Een vriend omschreef hem in HP/De Tijd als ‘een schelmachtige figuur die na een paar biertjes gaat belletje trekken’. Helaas kunnen zijn reisgezellen dat vanavond niet proefondervindelijk vaststellen. Zij moeten wél terug naar Amsterdam.
Scheffer heeft zich niet speciaal op zijn optreden in Vlaanderen voorbereid. “Alleen al sinds de verschijning van Het land van aankomst heb ik zo’n 140 lezingen over migratie en integratie verzorgd. Een half uur concentratie voordat ik straks op moet, is voldoende.”
Het multiculturele drama
Mr. Integratiedebat, zo kan Scheffer sinds 29 januari 2000 gerust worden genoemd. Die dag publiceerde hij, in NRC Handelsblad, zijn geruchtmakende pamflet Het multiculturele drama. Een linkse denker die kanttekeningen plaatste bij het multiculti-ideaal, dat was wat in die dagen. Niet alleen PvdA-dinosaurussen als Ed van Thijn vonden dat Scheffer veel te ver was gegaan, VVD-leider Hans Dijkstal riep dat ook. Toen meldde Pim Fortuyn zich aan het front en de rest is geschiedenis.
Nadat de LPF zichzelf had opgeblazen, benadrukten de gevestigde partijen zo vaak mogelijk dat ze veel van de Fortuyn-revolte hadden geleerd. Een ‘nieuwe Fortuyn’ was, kortom, niet nodig, luidde de impliciete boodschap van Jan Peter Balkenende, Wouter Bos (die met het ‘hebben’ van ‘een’ Scheffer ging koketteren) en toenmalig VVD-leider Jozias van Aartsen.
Er is kennelijk iets gruwelijk misgegaan. Op 1 maart kwam Geert Wilders’ PVV in de peilingen van Maurice de Hond met 27 zetels als grootste partij uit de bus. Wilders-haters zagen tot hun opluchting dat ook diens tegenvoeter Alexander Pechtold van D66 er met negentien virtuele zetels uitstekend voor stond.
Op zulke momenten lijkt het wel alsof het land in twee kampen verdeeld is: zij die ‘de moslims’ een groot gevaar vinden en zij die roepen dat het reuze meevalt met de problemen in de multiculturele samenleving. En het lijkt net voetbal: iedereen weet hoe het zit.
Van debat naar debat
Zelfs zijn grootste tegenstanders zullen niet durven betwisten dat weinigen zo ter zake deskundig zijn als Scheffer. Het contrast met iemand als NRC-columnist Frits Abrahams is groot. Abrahams, woonachtig in de Amsterdamse grachtengordel, kuierde afgelopen september een middagje door Amsterdam-West. Hij werd niet bedreigd. Wel zag hij oude moslimmannetjes vreedzaam op een bankje zitten. Abrahams’ conclusie: er is niets aan de hand in West.
Nee, dan Scheffer. Als negen jaar lang praat hij over niets anders dan over migratie en integratie, op scholen, in moskeeën, bij vakbonden en in NOVA. “Ik snak onderhand naar de dag dat ik eens níet op dat onderwerp word aangesproken,” bekent hij ter hoogte van Antwerpen.
Hij beziet het geklungel van de Nederlandse politici met een mengeling van ergernis en verwondering. Het is hem bijvoorbeeld een raadsel waarom de andere partijen Geert Wilders niet op adequate wijze van repliek dienen. “Zo ingewikkeld is dat niet. Wilders doet zelf een beroep op de vrijheid van meningsuiting en roept tegelijkertijd dat de Koran moet worden verboden. Dat gaat dus niet samen. Punt.”
“Het omgekeerde geldt uiteraard ook: als moslims godsdienstvrijheid opeisen, moeten ze die ook willen gunnen aan de critici van hun geloof. Pechtold, het spiegelbeeld van Wilders, laat na hen daarmee te confronteren. Pechtold is de meest welsprekende van al die politici – Ruud Lubbers is er ook zo een – die denken: kan Nederland niet gewoon weer worden zoals het was vóór Fortuyn? Nee dus, daarvoor is er met twee moorden te veel gebeurd. En grootschalige immigratie verandert een land nu eenmaal ingrijpend.”
Dat horen mensen niet graag, weet Scheffer. ‘Laatst riep een CDU-politicus: ‘Aber Herr Scheffer, ich wíll gar nicht das Deutschland sich ändert!’ Ik zei: we veranderen, alleen al omdat de moslims hier zullen blíjven.”
Hij herhaalt zijn mantra nog maar eens: “We moeten door het conflict héén. Pechtold en Lubbers willen terug naar de oude cultuur van conflictvermíjding. Het interessante aan Fitna was nou juist dat de posities veranderden. Een moskee in Gouda gooide zijn deuren open voor iedereen. Zo van: kom dan maar eens kijken hoe het hier is. Uiteindelijk voelde Wilders zich gedwongen de moslims te complimenteren met hun beheerste reactie op zijn film. Daar moet een rechter zich niet mee bemoeien.”
Gedoogcultuur
Scheffer is weliswaar PvdA-lid, maar hij laat zich door niemand annexeren. Hij benadrukt dat de cultuur van het gedogen Nederland tot een onveiliger en dus onvrijer land heeft gemaakt, en verschilt met de PvdA van mening over dubbele paspoorten. Scheffer vindt deze geen probleem, behalve in ‘specifieke functies wanneer er sprake kan zijn van conflicterende belangen’. “Staatssecretaris van Justitie Albayrak had gezien haar portefeuille haar Turkse paspoort moeten inleveren. Anders dan Ahmed Aboutaleb kón ze dat ook.”
Bovendien hekelt hij het voorstel van PvdA-coryfee Ahmed Marcouch om islamonderwijs te geven op openbare scholen in Amsterdam-Slotervaart. Fel: “Marcouch zegt dat moslimkinderen anders zullen radicaliseren op schimmige koranschooltjes. Als je mensen zo voor een keuze plaatst, is dat vorm van chantage. De scheiding tussen kerk en staat is fundamenteel.”
Tegelijk pleit Scheffer er voor moskeeën niet langer weg te stoppen op industrieterreinen. “De vrijheid van godsdienst is een groot goed. Moslims moeten zo veel moskeeën kunnen bouwen als ze willen, waar ze dat willen.”
Hij gelooft dus heilig in het principe van de uitruil, of zoals hij het noemt wederkerigheid. “Misschien nog wel meer dan autochtonen verdelen moslims de wereld onder in wij en zij, in moslims en niet-moslims. Als moslimjongeren klagen dat ze worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, zeg ik: jullie hebben een punt, maar kunnen we het dan ook over de ongelijke behandeling van gelovigen en ongelovigen of van mannen en vrouwen hebben? Dan voelen ze zich op z’n minst een beetje schaakmat gezet.”
Maar dat van die vrouwen en homo’s staat toch gewoon zo in de Koran? Niks aan te doen dus. Toch houdt Scheffer vol: “En ik merk dat er genoeg jongeren zijn die over zulke dingen willen nadenken.”
Ongeschikt voor de politiek
Op het weinig sprankelende station Kortrijk kijkt Scheffer opgetogen om zich heen. “Kortrijk, Genk, Wilp: anders kóm je toch nooit in zulke plaatsen? Meerdere keren heb ik serieus overwogen om in de politiek te gaan. Maar als ik hier in alle vrijheid ronddwaal, weet ik zeker dat ik er niet geschikt voor ben. Al die vergaderingen, nooit meer helemaal zelf kunnen bepalen wat je zegt of schrijft. Kom, we gaan een eetcafeetje zoeken.”
Het wordt het Theaterkaffee, gelegen aan een pittoresk plein. Scheffer bestelt garnalenkroketten en een glas witte wijn. “Als mijn hotel hier in de buurt zit, komt het vanavond wel goed.”
Al peuzelend vertelt hij dat hij samen met documentairemaker René Roelofs werkt aan een film over immigratie in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. “Er komt ook een serie tv-programma’s voor de IKON. Ja, een beetje à la In Europa. René en ik hebben al prachtige archiefbeelden gezien. De eerste Surinamers in de Bijlmer, de krottenwijken rond Parijs in de jaren zestig; zo’n reis in de tijd is geweldig. Ik zal proberen niet telkens in mijn voice-over zeggen: ‘Tjongejonge, wat waren die mensen toen naïef.’ En ik ben nu bezig met een boek over het leven van mijn Duitse grootvader. Hij kende Thomas Mann en Stefan Zweig, dus het boek zal ook over Duitse literatuur gaan.”
Haat-liefdeverhouding
En nu graag nog even over de integratienota van de partij waarmee hij sinds jaar en dag een haat-liefdeverhouding heeft, de PvdA. Scheffer slaakt een zucht en doet vervolgens zijn plicht. Het goede aan de nota is dat de problemen in de multiculturele samenleving duidelijk worden benoemd, zegt hij. Het slechte eraan is dat het centrale idee van de wederkerigheid ontbreekt.
“Ella Vogelaars opvolger Eberhard van der Laan zei tegen me: ‘Die migranten zijn naar óns toegekomen. Dan moeten zíj zich toch meer aanpassen?’ Ik begrijp dat wel, maar ik heb er mijn hoop op gevestigd dat de schok van de immigratie ook de ontvangende samenleving aanzet tot zelfkritiek. We zitten nu middenin die zoektocht: hoe gaan we om met onze vrijheden? Je mag niet tolereren dat mensen die een neutrale overheid vertegenwoordigen geen vrouwen de hand schudden of geen homo’s trouwen, maar verder mogen mensen in een open samenleving kiezen voor een gesloten wereldbeeld. Imams moeten kunnen zeggen dat ze homoseksualiteit een afschuwelijke levensstijl vinden, zoals Wilders de ruimte moet krijgen om de Koran met Mein Kampf te vergelijken.”
Scheffer huivert van zinnen in de PvdA-nota als dat migranten ‘zonder voorbehoud’ voor Nederland dienen te kiezen. “Je moet altijd een kritische distantie houden ten opzichte van de samenleving. Ik denk dat die nota uiteindelijk nogal haastig in elkaar is gezet. Dat er onvoldoende nagedacht is over de formuleringen. Ik vind het eigenlijk nogal amateuristisch, en dat na zoveel jaar van debat over zo’n wezenlijke kwestie.”
Heeft de partij hem dan niet gevraagd of hij ook het eindresultaat nog even onder de loep wilde nemen? “Nee. Of ik dat gedaan zou hebben?” Scheffer denkt even na en haalt dan de schouders op. “Waarom niet?”
Het is echter maar zeer de vraag of er een tekst te maken was geweest die én de ‘rechtse’ Wouter Bos én het ‘linkse’ Tweede-Kamerlid Paul Kalma én Scheffer had bekoord. Onder druk van multiculti-adepten als Kalma heeft de partijtop de nota inmiddels van zijn scherpste randen ontdaan. Toch zal er komend weekend op het congres in Utrecht nog stevig over worden gediscussieerd.
Pol Sjeffer op een industrieterrein
“Jezus, dit is natuurlijk veel te groot!” Geschrokken staart Scheffer naar het reusachtige auditorium waar hij zo zijn lezing moet geven. Er passen zeker zevenhonderd mensen in, wat betekent dat de zaal straks voor nog geen kwart gevuld zal zijn. De locatie zelf valt ook al tegen. KATHO is gevestigd op een soort industrieterrein. Ook Scheffers hotel bevindt zich kilometers buiten het gezellige centrum van Kortrijk.
Het zij zo. Scheffer zondert zich een tijdje af in een hoek van de zaal en laat zich dan aankondigen als ‘Pol Sjeffer, de man die het integratiedebat in Nederland op gang bracht’.
Zijn verhaal is een soort samenvatting van Het land van aankomst. Hij maakt lange zinnen met veel komma’s. Sommige studenten – ze zijn op een enkele uitzondering na lelieblank – slaan aan het droedelen. Tot een echt debat komt het niet. De vragenstellers, allen docent, zijn het namelijk roerend met Scheffer eens. “Is het uiteindelijk niet toch een assimilatieverhaal?” is de scherpste vraag. “Nee,” zegt de Nederlandse hoogleraar, “want dan zouden de moslims hun godsdienst moeten afzweren”.
Studente Sophie vertelt na afloop dat ze Scheffers verhaal ‘best wel boeiend’ vond. “Al praatte hij wel een tikje monotoon.” Heeft ze Het land van aankomst gelezen? “Neuh. Het staat wel op de lijst van verplichte literatuur, maar ik ben pas eerstejaars. Wij zijn nog maar net begonnen met discriminatie.”
Na zijn lezing vervoegt de gast uit Amsterdam zich in de bar van de school. Het was geen vuurwerk vanavond, erkent hij tussen twee teugen bier door. “Vlaamse studenten zijn doorgaans vrij timide. Toch blijf ik ook na al die keren nog nieuwsgierig waar ik terechtkom.”
De HP-afvaardiging moet de laatste trein terug halen. Wat gaat professor Scheffer nu doen? Opgewekt: “Straks naar mijn hotel, maar nu nog niet. Deze bar is nog drie kwartier open.”