Nico Meijering, raadsman van Nederlands allerzwaarste criminelen, over de moord op zijn collega Derk Wiersum, geld en de door hem verfoeide Kroongetuigenregeling. ‘Criminelen denken: jullie in de bovenwereld willen oorlog? Dat kunnen wij veel beter.’ 

Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad, 9 november 2019 (foto: Roger Cremers voor het FD)

Ook omdat de bezoeker een financiële krant vertegenwoordigt, komt het gesprek diverse keren op het onderwerp geld. Zoals wanneer Nico Meijering uitlegt waarom de koffie een dikke melkschuimkraag uit een blinkende machine ontbeert – op het schoteltje ligt een zakje creamer. ‘We hebben de afgelopen jaren flink moeten snijden in de kosten. In de strafadvocatuur doe je voornamelijk pro-deozaken. Daar heeft de overheid fors op bezuinigd. Je ziet zelfs al strafrechtkantoren omvallen.’ 

Vol afschuw memoreert hij een uitspraak van voormalig staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven. In 2017 zei de VVD’er, zelf oud-officier van justitie: ‘Als je een advocaat niet al te veel tijd geeft om aan een verdachte te besteden, dan wordt het ook niet zoveel, die verdediging.’ Afgelopen donderdag gaf ook minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker zijn visie. Niet meer geld, maar minder zaken is de oplossing voor de sociale advocatuur, zei Dekker in de Volkskrant. ‘Niet overal hoeft standaard een advocaat bij.’ 

Meijering, met vlammende ogen: ‘Twee jaar geleden stelde de Commissie-Van der Meer vast dat er juist €127 mln extra naar de gefinancierde rechtsbijstand moet. Reactie van het kabinet: een dikke middelvinger. En dan nu een van mijn collega’s is omgebracht in koor roepen dat wij een van de belangrijkste pijlers onder de rechtsstaat zijn?’ 

Hij laat een veelbetekenende stilte vallen. Dat doet hij tijdens het interview wel vaker. Ook loopt hij veelvuldig heen en weer terwijl hij uithaalt naar andere spelers in het rechtsbedrijf: politie, justitie en de rechterlijke macht. Zinnen als zweepslagen. Veel gegesticuleer. Als een advocaat uit een Amerikaanse tv-serie. 

Het is dat verbeten theatrale waar zijn opponenten nogal eens moeite mee hebben. 

Liquidatiekantoor 

Nico Meijering (57) is met Benedicte Ficq de bekendste naam van Ficq & Partners, raadslieden van ’s lands allerzwaarste criminelen. ‘Het liquidatiekantoor’ wordt de Amsterdamse firma ook wel genoemd. Veel cliënten worden verdacht van moord, en menigeen legde ook zelf het loodje. Zoals Gwenette Martha en Ali Akgünhousehold names voor wie het wel en wee van de onderwereld een beetje volgt. 

Nu verdedigt Meijering Mohammed Razzouki, die lid zou zijn van de organisatie van ’s lands meest gezochte crimineel Ridouan Taghi. Naar deze Razzouki was Meijering 18 september op weg toen hij hoorde van de moord op zijn confrère Derk Wiersum. Deze vader van twee jonge kinderen was de advocaat van Nabil B., de kroongetuige in het proces tegen Taghi c.s. Als zodanig was Wiersum dus Meijerings tegenstander. Vorig jaar werd ook al een totaal onschuldige broer van Nabil B. vermoord. Justitie zoekt de opdrachtgevers van beide liquidaties in het kamp van drugsbaron Taghi. 

Woensdag was, vlak over de grens in Gronau, opnieuw een Nederlandse advocaat doelwit van een aanslag. Philippe Schol trad op als curator bij faillissementen. Hij werd neergeschoten uit een rijdende auto en raakte zwaargewond. 

Wat een rampjaar voor uw beroepsgroep. 

‘En voor het hele rechtsbedrijf. Ook wat er in Gronau is gebeurd is uitermate schokkend.’ 

Wat was het eerste dat u tegen uw cliënt Razzouki zei na de moord op Derk Wiersum? 

Meijering zwijgt twaalf seconden. Dan: ‘Dat is vertrouwelijk.’ 

Hoe gaat u zo’n gesprek in? 

Diepe zucht. ‘Ik weet niet of ik dit in de krant wil hebben.’ 

Andere vraag dan: wat voelde u toen u van de moord hoorde? 

‘Ik heb natuurlijk meteen het stuur omgegooid. Hier op kantoor was het een en al crisis. Verbijstering. Ongeloof. Pas na een week kon ik me weer een beetje concentreren.’ 

Op enig moment moest u toch echt terug naar uw cliënt, die dicht bij het vuur-Taghi zit. 

‘Ik begrijp de speculaties, maar misschien zit er iemand achter die juist belang heeft bij deze speculaties. Ik hou alle opties open.’ 

Doet u dat ook uit zelfbescherming? 

‘Nee. Ik doe dit werk al 32 jaar en weet hoe de hazen kunnen lopen.’ 

Wat ik bedoel is: ik hoorde dat een advocaat tijdens een zitting in tranen uitbarstte toen ze hoorde van Wiersums dood. Ze ging reflecteren: wil ik nog wel mensen verdedigen die kennelijk zo gewetenloos kunnen zijn? 

‘Ik dacht in de emotie ook de gekste dingen: ik word autoverkoper of patatbakker – wat ik nog steeds ambieer. En vervolgens kom je weer bij zinnen.’ 

Waarvan wordt uw cliënt Razzouki precies verdacht? 

‘Van deelname aan een criminele organisatie en betrokkenheid bij twee liquidaties. Hij zou betrokkenheid hebben gehad bij het vinden van personen die vervolgens vermoord zijn.’ 

Niemand vecht fanatieker en compromislozer voor de belangen van zijn cliënten dan u, is uw reputatie. Kunt u nog net zo hard voor Razzouki knokken als voor de moord op uw collega Wiersum? 

‘Uiteraard. Bij de geringste twijfel moet je direct stoppen. Daarom doe ik ook liever geen zedenzaken. Dat zijn de meest laffe delicten die er zijn.’ 

Waarom is een verkrachting laffer dan een liquidatie? 

‘Ik weet het, je hebt gelijk. Ik worstel al jaren met die vraag, maar kan die niet goed beantwoorden.’ 

Maakt het iets uit of een crimineel of een totaal onschuldige sterft? Zoals een advocaat? 

‘Ik ben volstrekt allergisch voor de inmiddels gangbaar geworden mening dat het minder erg zou zijn als een “crimineel” wordt vermoord. Omdat ieder mensenleven er één is en vanwege het gemak waarmee veel slachtoffers van liquidaties postuum nog even als “crimineel” worden weggezet zonder zich te kunnen verweren.’  

Zwichten voor geweld 

Twijfel voelt Meijering naar eigen zeggen steeds vaker, maar niet over zijn roeping. Wel over de politiek en de zittende en staande magistratuur. Zo waarschuwt hij, zegt hij, al sinds het jaar dat de Kroongetuigenregeling werd ingevoerd, 2006, voor extra doden. 

‘Met die regeling hebben we een monster in huis gehaald. Na de moord op Wiersum wordt steeds gezegd dat er niet gezwicht mag worden voor geweld. Grote punt is nu juist dat met de Kroongetuigenregeling al gezwicht ís voor geweld. Je beloont immers een moordenaar. Die krijgt strafvermindering en een nieuw leven elders. De onderwereld beschouwt het kopen van leugenachtige verklaringen als een onaanvaardbare vorm van geweld van de beschaafde bovenwereld, waarop men zelf weer geweld laat volgen. Bijvoorbeeld door potentiële kroongetuigen preventief uit de weg te ruimen.’  

Voorheen, zo vertelt de advocaat op de vergader- en borrelzolder van Ficq & Partners, zag hij bij zijn cliënten ‘respect’ voor de bovenwereld, voor ons rechtssysteem. ‘Nu roepen ze: “Gaan jullie met díe leugenaar in zee?!”  

Dinsdag haalde Meijering de media met een opvallende verklaring: volgens zijn cliënt heeft kroongetuige Nabil B. vanuit zijn cel geprobeerd Razzouki te laten vermoorden. En dat terwijl B. toen onderhandelde met justitie over een kroongetuigendeal. Als dit waar is, kan volgens Meijering iedereen zijn eigen conclusies trekken wat betreft B.’s betrouwbaarheid. 

Hij noemt de zaak die, zeggen mensen die hem kennen, de grootste teleurstelling in zijn loopbaan is geweest: de veroordeling in 2017 van Dino Soerel tot levenslang wegens het opdracht geven tot liquidaties. Aanvankelijk was Soerel vrijgesproken, maar voor het hoger beroep kwam justitie naast de kroongetuige Peter la Serpe met een tweede kroongetuige op de proppen: Fred Ros. Dat werd Soerel fataal. 

‘Mijn collega Christian Flokstra en ik legden talloze leugens bloot. Tja, zeiden de rechters, criminelen liegen nu eenmaal. Het Hof deed vervolgens een greep in de kroon-grabbelton vol tegenstrijdige verklaringen en veroordeelde mijn cliënt zonder degelijk ondersteunend bewijs. Zo maak je mensen dus wanhopig. Het komt zeker ook door de Hoge Raad. Die heeft de rechtsbescherming van burgers volledig afgeschaft. Alles wat de Staat via politie en justitie doet wordt rechtgeluld.’ 

Rechters maken uiteraard hun eigen afweging. Ze reageren ook op ontwikkelingen in de maatschappij. De kogels vlogen en vliegen nog steeds in het rond. 

‘Rechters mogen niet meegaan met de Geert Wildersen en moeten het hoofd koel houden. Het middel kroongetuige nodigt uit tot liegen. Nabil B. beweert dat hij zijn wetenschap van horen zeggen van mijn cliënt Razzouki heeft. Nou, ik kan morgen beweren dat jij mij hebt gevraagd om iemand te vermoorden. Vervolgens stelt justitie vast dat jij hier inderdaad met mij op kantoor hebt gezeten, en dat heet dan “ondersteunend bewijs”. Maar wacht maar, het proces moet eigenlijk nog beginnen.’ 

Het Parool noemde u onlangs een ‘sloper van getuigen’. 

‘O ja?’ Meijering is weer even stil. ‘Dat kun je op twee manieren interpreteren. Positief omdat het me lukt om leugens bloot te leggen. Maar er zijn ook jakhalzen die zeggen: Meijering is alleen maar bezig om mensen met vuile trucjes zwart te maken. In dat laatste herken ik mij totaal niet.’ 

Er is ook een nieuwe type misdadigers opgekomen: nog harder en gewetenlozer in hun jacht op het snelle geld dan de generaties daarvoor. En justitie kan niet zonder menselijke bronnen om criminele kopstukken veroordeeld te krijgen. 

‘Het gezegde is: hoe harder de Staat, hoe harder de straat. Ik hoorde over twee jongens die het gegeven dat ze altijd nog kroongetuige konden worden als het fout zou gaan, meenamen in hun beslissing om te gaan moorden. En stel je voor hoe krankzinnig het is dat de Staat tezamen met de kroongetuige wel even bepaalt dat hele families moeten onderduiken en dus uit hun gewone leven verjaagd worden. Ik zou als advocaat van zijn familie meteen een kort geding aanspannen: stoppen hiermee! En anders graag minstens een miljoen euro per persoon per jaar.’  

Niet alle schietpartijen van de laatste jaren – zie ook de aanslag op Philippe Schol – zijn te koppelen aan de kroongetuigenconstructie. Groepen rivaliseren met elkaar: jij hebt er een van mij gepakt, dus nu moet ik iets terugdoen, anders lijk ik een slappeling. 

‘De geweldsspiraal is door de Kroongetuigenregeling wel aanzienlijk geëscaleerd. Criminelen denken: “Jullie in de bovenwereld willen oorlog? Dat kunnen wij veel beter.” Kortom: hou je systeem beschaafd. Mogelijk blijven dan enkele zaken onopgelost, maar je voorkomt nog veel meer moorden.’ 

Dat klinkt bijna als een dreigement. 

‘Ik ben betrokken bij alle vier de kroongetuigezaken die nu in Nederland spelen en moet dus vrijelijk kunnen zeggen hoe ik hierover denk. Mijn collega Peter Plasman noemde het fenomeen Kroongetuige na de moord op Derk Wiersum een “monument” voor Wiersum. Ik dacht: man, waar héb je over?! Het is een ramp.’ 

‘Geen vetpot’ 

Plasman schuift net als Meijering regelmatig aan in tv-programma’s. In oktober constateerde hij in een weekblad dat de toevoegingspot voor gefinancierde rechtshulp wordt ‘leeggegeten’ door advocaten die topcriminelen bijstaan in vaak jarenlange processen. Zo ging het miljoenen kostende Holleeder-proces geheel ‘op toevoeging’. 

Hoe ging dat bij Dino Soerel? Meijering: ‘Dat mag je best weten: op toevoeging.’ Hoeveel uren zijn er in die zaak gaan zitten? ‘Vijfduizend ongeveer. Maar deze zaak heeft dan ook acht jaar geduurd.’ 

Ficq & Partners doet bewust vooral bewerkelijke zaken, vertelt Meijering, die na een onbezorgde jeugd in Amstelveen en Heerhugowaard eigenlijk politieman had willen worden, maar werd afgekeurd op zijn ogen. ‘Het zijn zaken die ertoe doen en die we interessant vinden. Maar denk niet dat ze een vetpot zijn. Voor je extra uren gaat maken, moet je toestemming vragen aan de Raad voor de Rechtsbijstand. Als je niet goed oplet en achteraf pas toestemming vraagt, mag de Raad die extra uren niet meer vergoeden. Dan is van de ruim €100 die je nu bruto per uur krijgt al snel €25 verdampt. Van de resterende €75 moet je ook de kosten van je bedrijf betalen.’ 

Waaronder de stalen tussendeur waarachter het ‘advocatentuig’ – dixit een cynische Meijering – van Ficq & Partners zijn werk doet. 

Fel: ‘Of er geldpotten worden leeggegeten interesseert me geen moer. Het gaat om de vraag of er een redelijke vergoeding staat tegenover onze werkzaamheden. Ik heb inmiddels een groot advocatenhart, maar als je me dwingt om het gratis te gaan doen ben ik weg. En dat is precies de bedoeling.’ 

We hebben het, bijvoorbeeld bij Soerel, over cliënten die zich blijkens hun strafdossiers grote bedragen hebben toegeëigend. Kunt u zich voorstellen dat de belastingbetaler het ingewikkeld vindt dat hij moet betalen voor de verdediging van mensen die mogelijk miljoenen euro’s naast een boom hebben begraven? 

‘Dus u vindt dat we van dat geld betaald zouden moeten worden?’ 

Het gebeurde wel in de tijd van Max Moszkowicz senior, blijkt uit zijn biografie. U bent 57 en heeft die tijd vast ook nog meegemaakt. 

‘Nee hoor, en die tijden wil ik ook niet meemaken. Ik mag ook geen geld aannemen uit potten die onder een boom zijn begraven. Maar als je nu zegt: gebruik geld dat is afgepakt van criminelen voor de financiering van advocaten: prima. Iedereen gaat er maar van uit dat iemand als Soerel bakken met geld zou hebben gehad. Ik heb geen idee waar dat op gebaseerd is.’ 

Hij is eerder veroordeeld wegens onder meer drugshandel. Dat is een lucratieve business. Zijn er na zijn onherroepelijke veroordeling nog juridische kosten op Soerel verhaald? Of had hij daar officieel de middelen niet voor? 

‘De zaak is pro deo gedaan en er zijn verder geen financiële verwikkelingen geweest.’ 

Documentaire 

Meijering loopt weer heen en weer over de zolder. In 2017 figureerde hij prominent in een vierdelige tv-documentaire over Ficq & Partners. De camera volgde hem tijdens het proces tegen Soerel, en terwijl hij zich in Rocky-stijl op een zitting voorbereidde door in sportkledij over het strand te rennen. Ook zag de kijker hem mediteren. 

Hij is, kortom, niet verlegen als er vele ogen op hem gericht zijn. Zou hij meer, of nog meer, succes hebben bij juryrechtspraak zoals in de Verenigde Staten? ‘Leuke vraag. Daar denk ik vaak over na. Ik weet zeker dat een jury Soerel nooit zou hebben veroordeeld. 

Soerel had natuurlijk wel een fors strafblad. Juryleden zouden kunnen denken dat ze zich aan hem geen buil konden vallen. Meijering knikt gelaten. ‘Tien jaar geleden gold in dit land nog: liever tien schuldigen buiten laten rondlopen dan één iemand onschuldig vastzetten. Ik denk dat die ene nu als collateral damage wordt gezien.’ 

U vecht namens ons allen voor een groot belang, beklemtoont u vaak. Maar dat doen de andere partijen ook: politie, justitie, rechters. 

‘Ja, en? Wat is de vraag?’ 

Advocaten zijn niet ‘de rechtsstaat’. U zet mensen met een twijfelachtige levenswandel – de Hells Angels, Gwenette Martha, Dino Soerel – graag neer als beklagenswaardige slachtoffers van het systeem. Die heilige verontwaardiging irriteert velen bij politie en justitie. Wat niet helpt is dat u mannen met een strafblad vol geweld onbekommerd ‘vriend’ noemt. 

‘Sinds Wiersums dood zijn wij naar verluidt wel ineens de “pijler onder de rechtsstaat”. Allerlei jakhalzen proberen al jaren af te doen aan mijn kwaliteiten door naar mijn omgang met mijn cliënten te wijzen. Ik zoek een golflengte waarop ik goed met cliënten kan communiceren. Je kunt het ook anders doen. Mooi pak, spreken op een manier dat verdachten het niet begrijpen maar daardoor wel denken: tjonge, die zal wel heel goed zijn, dus laat ik maar betalen.’ 

Op wie doelt u dan bijvoorbeeld? Collega’s zoals vroeger Theo Hiddema en Bram Moszkowicz? 

‘Dan heb ik het zeker niet over hen alleen. Er is een groot verschil tussen advocaatje spélen en advocaat zíjn. Des te meer er onbegrijpelijk gekletst en met geld gesmeten wordt, des te meer er kennelijk aan onvermogen om als advocaat te functioneren gecompenseerd moet worden.’ 

‘Als je jarenlang samen voor iemands leven vecht in een strafproces dat aan alle kanten rammelt, krijg je zakelijk en menselijk een ongekende, intieme band met je cliënt. Maar dat is wat anders dan er te dicht op zitten. Dat doe je als je op elkaars huwelijksfeesten komt. Langs de weg een hapje eten om iets door te spreken, daar ligt voor mij de grens.’ 

Eerder zei u: ‘Of iemand schuldig of onschuldig is interesseert me niet. Het gaat mij om het bewijs.’ Is het wel eens gebeurd dat u iemand van wie u wist dat hij schuldig was vrij kreeg, waarna die persoon opnieuw slachtoffers maakte? 

‘Ja. En als mens vind ik dat heel naar, maar als advocaat is dat niet interessant. Ik heb 32 jaar geleden een eed afgelegd dat ik alléén de belangen van mijn cliënten zal behartigen.’ 

Snapt u dat mensen het lastig vinden om na te voelen hoe u dat in uw hoofd scheidt? 

‘Zeker. Mijn ervaring is wel dat mensen dat minder lastig vinden zodra ze zelf met justitie worden geconfronteerd.’ 

U heeft veel kritiek op de rechterlijke macht. Zou u ter afsluiting van uw loopbaan niet zelf rechter willen worden? Laat dan maar zien hoe het wel moet. 

‘Nee. Wij vormen binnen dit bedrijf een heel hechte familie, en ik vind loyaliteit misschien nog wel belangrijker dan vriendschap. Ik heb trouwens nauwelijks vrienden.’ 

Dat wordt dus nog jarenlang knokken tegen de Kroongetuigenregeling. 

‘Dat zal ik tot het bittere eind blijven doen. De haviken bij justitie en politici willen hem, en zullen niet willen toegeven dat het middel niet deugt, dus ik ga helaas niet meer meemaken dat die regeling wordt afgeschaft.’ 

Ook u verdedigt cliënten die om zichzelf te ontlasten soms een ander aanwijzen als dader. Die anderen kunnen ook boos worden op u. 

‘Ik kan dan slechts hopen dat hun advocaat hen duidelijk maakt wat onze rol in het proces is.’ 

Uw thuisfront zal ook erg geschrokken zijn van de moord op Wiersum. En nu is er dus opnieuw een advocaat aangevallen. 

‘Mijn vrouw is net als ik jurist en door de wol geverfd. Zij vindt ook dat ik voor de volle 100% moet doorgaan.’ 

Ik mag niet opschrijven waar ze werkt. Ik mocht haar ook niet bellen voor informatie over u, en vrienden ook niet. Ik mag uw woonplaats niet eens noemen. Allemaal uit veiligheidsoverwegingen? 

‘Er is 18 september wel iets veranderd, ja.’ 

Begin dit jaar zei u dat u met de dood was bedreigd door Willem Holleeder. Uw kantoor zou hem onder druk hebben gezet om een valse verklaring in het voordeel van Soerel af te leggen. 

‘U weet inmiddels dat dit laatste nimmer vast is komen te staan, maar ik kreeg inderdaad signalen dat Holleeder mij iets wilde laten aandoen.’ 

Hoe ontmantel je zo’n dreiging? 

‘Daar zeg ik niets meer over dan dat ik ben gaan praten.’ 

Is de dreiging nu weg? 

‘Daar ga ik wel van uit.’ 

Toen dachten we nog: een advocaat zal in dit land vast niets gebeuren. Voelt u zich nu kwetsbaarder als u op de fiets zit? 

‘Nee.’ 

Is dat ook een besluit? Een mindset? 

‘Nou, in de eerste plaats heb ik nu geen concrete informatie dat ik gevaar loop. Verder denk ik altijd goed na bij wat ik doe. Maar je kunt je inderdaad ook niet overal druk over maken.’ 

Kun u zich een leven met beveiligers om u heen voorstellen? En zou u het accepteren? 

‘Ik kan me zo’n leven niet voorstellen. Maar het zou te gemakkelijk zijn om te zeggen dat ik het niet zou accepteren.’