Ivo Niehe (65) heeft veel te vieren: dertig jaar TROS TV Show, een jubileumtheatershow, een optreden in Parijs. Maar dat wil niet zeggen dat hij daar graag interviews over geeft. Integendeel. ‘Jij en ik hebben totaal geen klik.’
door Boudewijn Geels
foto’s Corbino
(gepubliceerd in HP/De Tijd, september 2011)
Ivo Niehe probeert zijn irritatie aanvankelijk te verbergen.
Hij parkeert zijn donkerblauwe MG-stationcar voor zijn grote vrijstaande huis in een lommerrijke laan in Bussum en stapt uit. De vermaarde tv-interviewer stelt zich nog niet voor. “Even de sleutel pakken,” bromt hij, en hij verdwijnt in zijn woning. Anderhalve minuut later komt hij de voordeur van het huis links naast het pand waarin hij zojuist verdween uit.
Jawel, Niehe bezit twéé kolossale vrijstaande huizen, pal naast elkaar.
We mogen binnenkomen. De uitgestoken hand, het knikje. “Ivo Niehe.”
Eerste deur rechts, de voorkamer. Houten vloer, een comfortabele sofa met blauw-wit kleed voor het raam, links tegen de muur een tafel met houten banken.
“Ga zitten. Koffie?” Niehe (spijkerbroek, slobberige blauwe sweater) wacht het antwoord nauwelijks af en beent uit beeld. Enkele seconden later klinkt het geraas van een Senseo. Hij komt terug met één kopje.
“Melk?” Hij giet wat vloeistof uit een lichtblauw pak in de koffie. Het spul is doorzichtig als water. Een voorzichtige vraag: ís dit eigenlijk wel melk?
“Ja,” klinkt het kortaf.
Dan komt de aap uit de mouw. “Het is dat je dit hebt afgesproken met de mensen van mijn kantoor, maar ik geef thuis nooit interviews.” Hij interviewt zelf toch ook graag bij de sterren thuis? “Ja, maar dan vraag ik van tevoren: vind je het een probleem of niet? Met mijn gezin heb ik afgesproken dat we werk en privé volkomen gescheiden houden.”
Met ‘de mensen van kantoor’ is hij dan ook nog niet klaar, zegt hij omineus.
Ivo Niehe ‘haat’ het geven van interviews. Acht jaar geleden gaf hij in HP/De Tijd dan ook zijn ‘allerlaatste’ interview, zei hij toen zelf. Nu: “En dat meende ik toen ook écht”.
Onrustig
Een reality check leert Niehe dat hij iets te verkopen heeft. Zijn TV Show bestaat dertig jaar, er komt een jubileum-theatershow aan en in oktober staat hij zelfs op de planken in Parijs, met een voorstelling over zijn idool Yves Montand.
Het jubileum van zijn beroemde TROS-interviewprogramma vindt hij eigenlijk geen interview waard. “Als ik geen theater had gedaan, had je me niet te spreken gekregen. Voor tv heb ik geen publiciteit nodig. Ik vind het werk heerlijk, maar alles eromheen, wat ik niet controleer, daar kan ik geweldig onrustig, en soms ook ongelukkig van worden.”
Dat geldt voor dit interview, maar ook voor talkshowbezoek. Dit voorjaar zat hij in De Wereld Draait Door, tegenover het onberekenbare duo Matthijs van Nieuwkerk en Jan Mulder. Live. Levensgevaarlijk.
“Op zo’n moment denk ik: laat ik de motor maar aanzetten, dan is het risico zo klein mogelijk. Ik ben geloof ik twaalf minuten non-stop aan het woord geweest.”
Dit interview vertrouwt hij evenmin. Hij had het zelfs bijna afgezegd. “Ik had van de mensen van kantoor begrepen dat jullie het volgens jullie format ‘51 vrijpostige vragen’ wilden doen. Daar had ik geen zin in.”
De mensen van kantoor waren abuis. Wel is het zo dat ze nota bene zelf hadden voorgesteld om het interview in de ‘51 vrijpostige vragen’-vorm te gieten. Was Niehe bang voor die verwachte vrijpostigheid? Hij schudt het hoofd. “Dat niet zozeer. Ik had gewoon geen trek om wéér, voor de duizendste keer, alle vaste goede en – zogenaamd – slechte dingen van Ivo Niehe langs te gaan.”
Dat vond ook dit weekblad geen aanlokkelijk vooruitzicht. Remedie: een lijstje te vermijden, want volledig uitgekauwde onderwerpen. Zoals daar zijn:
• Ivo’s interview met Henry Kissinger – dat hij destijds (en zelfs gratis) kreeg nadat hij zijn mensen 37 keer de secretaresse van Kissinger had laten bellen.
• Ivo’s interview met John Cleese – die bij Niehe wel ontdooide waar dat andere interviewers niet lukte.
• Ivo’s mateloze bewondering voor Yves Montand (“Van de sloppen van Marseille in de bedstee van Marilyn Monroe en Simone Signoret”).
• Ivo’s vaststelling dat zo’n interview met Barbra Streisand er niet gezelliger op wordt als je de diva voorhoudt dat haar laatste cd beroerd klinkt.
• Ivo’s vaststelling dat hij ‘gewoon een nette vent is die nette programma’s maakt’.
• Ivo’s verwachting dat hij wel nooit de erkenning van de zogenaamde ‘elite’ zal krijgen.
Om zijn bekende interview met Roald Dahl uit 1989 kunnen we niet heen. En wel omdat het is opgenomen in het binnenkort te verschijnen boek De beste tv-interviews. Samensteller Sonja Barend selecteerde hiervoor dertig interviews die volgens haar de beste uit de Nederlandse televisiegeschiedenis zijn.
Wist u ervan?
“Van een boek? Nee. Wel is me gevraagd iets over mijn Dahl-interview te schrijven. Je kent de anekdote? Toen Dahl me zag, verzuchtte hij: ‘Daar hebben we de duizendste interviewer met dezelfde duizend vragen,’ waarop ik antwoordde: ‘En ik ken de antwoorden al.’ Dat vond hij zo grappig, dat hij me daarna alles liet zien. Staat dat allemaal in Sonja’s boek? Ik ben buitengewoon vereerd.”
U staat er één keer in. Raad eens hoe vaak Barend er zelf in staat?
“Helemaal níet?”
Drie keer.
“Oké.”
Kun je dat maken, zo’n boek samenstellen en er zelf drie keer in gaan staan, terwijl u, die al drie decennia de allergrootsten der aarde…
Op besliste toon: “Ik zou nooit zo’n boek maken en mezelf erin zetten, dat is iets anders. Ik zou überháupt nooit zo’n boek maken. Maar Sonja mag er niet in ontbreken. En als je ergens trots op bent en je vindt het heel goed, is het wel heel erg Hollands om te zeggen: laten we dat maar niet benadrukken.”
Had u, als u één interview van uzelf had mogen uitkiezen, ook Roald Dahl genomen?
“Nee, mijn eerste interview met Pim Fortuyn. Dat vond ik inhoudelijk echt een topgesprek. Een geweldige vent, die Fortuyn. Op kritische vragen zei hij vaak: ‘Je hebt gelijk.’ Van wie hoor je zoiets nou? Hij vertelde ook dat zijn moeder had voorspeld dat hij nog eens zou eindigen zoals John F. Kennedy.”
Fortuyn stond erom bekend dat hij zichzelf makkelijk blootgaf. Dus als iemand dat doet, ligt dat dan niet vooral aan de geïnterviewde, en minder aan de interviewer?
“Luister, elk interview – en dit heb ik al duizendmaal uitgelegd – is een volslagen wisselwerking tussen twee mensen. Jij en ik hebben bijvoorbeeld nog totaal geen klik. Het is niet gezellig. Dat komt mede doordat jij vaak een wenkbrauw optrekt als je me een vraag stelt. Het zal ook komen doordat je per se iets wilde wat ik níet wilde: een interview bij me thuis. Mijn benadering roept een gevoel op dat geïnterviewden en kijkers prettig vinden. Zelfs bij iemand als de Colombiaanse schilder Fernando Botero had ik na afloop het gevoel: eigenlijk zouden we elkaar bij de deur nog even moeten huggen.”
U wilt mij niet huggen?
“Nee.”
De koffie blijft een probleem. Ondanks de scheut ‘melk’ is hij nog pikzwart. Bovendien smaakt hij raar.
“O,” zegt Niehe, zijn wenkbrauwen fronsend. “Dit pak is gisteren gekocht. Maar goed, ik zet wel even nieuwe.”
Hij gaat terug naar de keuken. De verslaggever vraagt of hij mee mag lopen, zodat hij even rond kan kijken – dat rondkijken, maar dan met camera, vormt de grote aantrekkingskracht van Niehes TV Show op reis. Niehe geeft geen antwoord.
Door het keukenraam is de dubbele achtertuin te zien: een groot grasveld met twee handbaldoelen. Langs de kant staat een enorme beschilderde houten olifant.
De tv- en theatermaker besluit zich bij de feiten neer te leggen. “Nou vooruit, kijk dan ook maar even boven.”
Hij toont zijn werkkamer, op de eerste verdieping. “Hier zit ik dag en nacht de TV Show te monteren.” We zien computerschermen en een zo te zien oude, old skool monitor. De observatie stoort Niehe. Afgemeten: “Loop maar eens mee”.
Hij gaat voor naar het belendende vertrek, een keuken waarin ook een grijze kast met knipperende groene lampjes staat. “Daar zit het hele archief van de TV Show in: 783 interviews. Helemáál niet zo old skool dus.”
Vroeger woonde zijn vader in dit huis. “Zeven mooie jaren lang, tot het einde toe. In 2007 overleed hij, op 94-jarige leeftijd. Iederéén in mijn familie wordt stokoud. Daarom doen de Niehes mee aan een onderzoek van de universiteit van Leiden naar gezinnen waarvan iedereen minstens negentig wordt. De onderzoeksvraag is of dat, behalve met je genen, ook iets met de omstandigheden te maken heeft.”
Heeft hij zijn vermoedens? Niehe knikt. “Ik heb vrij veel medische programma’s gemaakt, en ik denk dat er veel meer genetisch is bepaald dan artsen uit angst voor paniekreacties willen toegeven.”
Valkuilen
Terug in de voorkamer begint hij over Haye van der Heyden, de regisseur van zijn theatershows, met wie hij tot drie kwartier geleden in conclaaf was over zijn jubileumshow. “Haye weet precies wat ik wel en niet wil. Hij weet ook precies wat mijn valkuilen zijn.”
Wat zíjn Niehes valkuilen? “Mopjes. Leuke verhalen vertellen. Ik vind niks leuker dan de zaal te zien lachen. Terwijl de kracht juist zit in het vertellen van serieuze, goeie verhalen waar de mensen echt iets aan hebben. Dat blijkt in het theater enorm te werken. Ik krijg meer e-mails over mijn theatervoorstellingen dan over mijn tv-werk. Dat staat zelfs niet in verhouding! Een buitengewoon bevredigend iets.”
Op 3 oktober staat staat Niehe in het Théâtre Mogador in Parijs. Samen met Ellen ten Damme brengt hij dan een ‘muzikale biografie’ van de twintig jaar geleden overleden zanger-acteur Yves Montand. “In het Frans! Een avontuur dat zo belachelijk is dat het weer ongelooflijk leuk is om te doen. Het grootste asset van de show is het interview dat ik met Montand maakte, zes weken voor diens dood. Volgende week ga ik met de weduwe Montand reclame maken in een groot Frans tv-programma. Dat helpt natuurlijk wel, dat zij meewerkt.”
Eind augustus waren er twee try-outs (met ‘boventiteling’), in het Amsterdamse DeLaMar Theater. Het ging, al zegt Niehe het zelf, ‘fantastisch’. “Bomvol zat het. Ik denk dat dat theater zelfs nog nooit zo’n lange wachtlijst heeft gehad. Na afloop zei iedereen: ‘Zet hem op straks, hè?’ Ik kreeg een beetje een Mart Smeets-gevoel. Zo van: Hup, landgenoot, die straks in het hol van de leeuw het meest chauvinistische publiek ter wereld te lijf gaat!”
Terug naar Haye van der Heyden. Een dag eerder stond er een opvallend, paginagroot opinieartikel van hem in de Volkskrant. Hierin onthulde hij dat hij, ‘hoewel vol van de voordelen van de globalisering’, bij de laatste verkiezingen zijn stem op Geert Wilders heeft uitgebracht.
Heeft u dat artikel gelezen?
“Ja. Ik vond het een heel genuanceerd verhaal.”
Heeft u dingen gezien waarvan u dacht: hè?
“Nee. Maar Haye en ik hebben het eigenlijk nooit over hoe we in het leven staan. Het gaat eigenlijk alleen maar over het werk.”
Was u verbaasd dat Van der Heyden zich opeens zo politiek uitsprak?
“Zo heb ik dat niet ervaren. Wat je dan toch het meest bijblijft, is dat hij twee keer vertelt dat hij het zo goed heeft en dat zijn kinderen goed gaan. Zulke persoonlijke dingen blijven toch meer hangen dan zijn politieke standpunten.”
Misschien bij ú.
“Ik denk in het algemeen.”
Op allerlei websites, en ook door iemand als Marcel van Dam, is toch vooral gememoreerd dat Van der Heyden voor de doodstraf is en PVV heeft gestemd.
“Mij is dat niet opgevallen. Maar ik ben dan ook geen politiek hevig geïnteresseerd iemand. De kwaliteit van onze politici neemt per decennium namelijk verschrikkelijk af. Dat is ook logisch. Wie heeft er nog zin om, hoe hard je ook je best doet, elke dag publiekelijk afgebrand te worden?”
Op wie stemt u zelf?
“Ik stem al jaren niet meer. Ik heb er geen enkel vertrouwen meer in dat de politiek iets voor ons kan oplossen. In deze fase hadden we een zakenkabinet moeten hebben, van goeie mannen die zeggen: wij gaan de boel in twee jaar op orde brengen langs logische lijnen.”
Wie had er zoal in dat zakenkabinet gemoeten?
“Hans Wijers bijvoorbeeld, die tijdens Paars I minister van Economische Zaken was. En het is eeuwig zonde dat Jan Peter Balkenende weg is. Dit land heeft zo’n man nódig. Bij de laatste verkiezingen heb ik dan ook wel degelijk gestemd, herinner ik me nu. Op Balkenende dus. Die man had een enorme dossierkennis en stond internationaal erg in hoog aanzien. Dat is in deze fase echt belangrijker dan, zoals nu, een ‘great communicator’ aan het roer hebben. Wie moet straks het land informeren als koningin Beatrix is overleden? Mark Rutte is veel te jong en te licht. Dan veel liever Jan Peter Balkenende, Ruud Lubbers of desnoods Job Cohen. Een pater familias dus.”
Had u op Fortuyn kunnen stemmen?
“Nee. Daarvoor was hij me te reactionair. Hoewel zelfs Fortuyn bereid was om compromissen te sluiten, vertelde hij. Hét bewijs dat ‘het systeem’ niet te veranderen is. Je ziet het ook aan Frankrijk, waar ik al tien jaar een huisje heb: er is elke dag wel een protest, maar er verandert niets. En kijk naar Italië: Berlusconi besluit om een belastingverhoging voor de rijken niet door te voeren om de voetballers niet voor het hoofd te stoten! En met zulke landen zitten wij in een muntunie.”
U zegt: wegwezen?
“Ik heb een groot gebrek aan kennis in dit opzicht, maar ik ben heel erg voor de gulden en voor Nederland. We gingen hier toch goed? Ik heb nog altijd het wantrouwen dat heel veel mannen in de geschiedenisboeken willen komen als: wij hebben Europa tot stand gebracht. Terwijl ze veel beter wisten dan wij hoe riskant het allemaal was.”
Na anderhalf uur kijkt Niehe voor de derde keer op zijn horloge en zegt: “Wij moeten hier zo uit”. De mensen van zijn kantoor – ze moeten een donderspeech van de baas vrezen – hadden anders drie uur interviewtijd toegezegd. Niehes ogen worden groot. “Drie uur?! Jezus man, ik ga nooit verder dan één uur! Dit is met voorsprong het langste interview dat ik ooit heb gegeven!”
Resumerend constateert de TROS-coryfee dat er weliswaar een ‘conversatie met originaliteit’ is ontstaan, maar dat hij en de verslaggever in die anderhalf uur ‘geen band hebben opgebouwd’. “Bij iemand als Dustin Hoffman ontstond er zelfs voor ik ging draaien al een soort band.”
Zit de triomf wat hem betreft in de ‘band’ die je met iemand opbouwt, en niet zozeer in het netto-uitlekgewicht van het interview?
Niehe slaakt een diepe zucht. Vervolgens legt hij het nog één keer uit. “De triomf is de productie, het feit dat wij met de TV Show in staat zijn om mensen van dat niveau te krijgen. En wat je verder ook van die portretten vindt, ik maak ze met totale inzet en veel liefde, en dat is het. Maar meer is het ook niet.”